woensdag 9 november 2011

stage HPC

1.     Mijn doelen voor  deze stage
-          Leren controle houden over een klas op een plezierige manier voor zowel docent als leerling
-          Les openen en afsluiten op een gecontroleerde en rustige manier
-          Persoonlijk contact kunnen leggen met leerlingen
-          ruimte gaan innemen in het klaslokaal
-          mezelf niet meer negatief over mezelf uitlaten in de klas en aan mijn houding werken zodat ik leer om de kracht uit te stralen die een leraar autoriteit geeft en laat zien dat hij/zij boven de leerlingen staat. 
Met welke (leer) activiteiten (leertaken) wil ik mijn doelen bereiken?
-          Een lesje in elkaar zetten met een stukje theorie, een opdracht en een reflectie
-          Leerlingen een huiswerkopdracht laten maken en deze beoordelen
-          Leerlingen helpen met mijn kennis van de beeldende kunsten
-           Bij verschillende leraren meelopen om zoveel mogelijk verschillende lesmethode´s te zien
Welke leeractiviteiten/ taken heb ik uitgevoerd om mijn doelen te bereiken?
-          lesje maken
-          lesje geven
-          werk van leerlingen beoordelen
-          de les openen (zowel samen als individueel)
-          de les afsluiten (zowel samen als individueel)
Heb ik mijn doelen voor deze stage bereikt?
Ja en nee. Als ik mijn doelen stap voor stap langs ga zie ik dat ik op weg ben om ze te bereiken en zie ik ook dat dat nog wel een tijdje gaat duren. Sommige doelen gaan over een onderdeel van het lesgeven; les openen en afsluiten. Dit heb ik tijdens mijn stage een paar keer geoefend en aan het eind van mijn stage heb ik een les geopend op een hele rustige en gecontroleerde manier. De doelen die gaan over het zijn van een leraar; ruimte innemen, controle houden. Die beheers je helaas nog niet meteen, hiervoor is ervaring nodig en die doelen die ik niet gehaald heb ga ik dus ook meenemen naar mijn volgende stages.
Gelukt:  mezelf niet negatief over mezelf uitlaten – les gecontroleerd beginnen
Niet gelukt:  houding in de klas, ruimte innemen
Voor de langere termijn: controle houden – persoonlijk contact – autoriteit

Wat vond ik ervan?
Het waren een aantal gezellige weken met Miriam en Marlies, ik heb veel gelachen en met verwondering gekeken naar leraren in actie. Ik kon me in het begin niet voorstellen dat je 5 dagen in de week van 8 tot 5 en soms nog wel langer op school bent  en elk uur les te moeten geven. Het kostte dus veel meer werk dan ik dacht. Dingen voorbereiden, nakijken, opzoeken en bijhouden wat je hebt gedaan met welke klas etc. Ik had in het begin het gevoel dat het toch minder voor mij was dan ik dacht, maar aan het eind toen ik wat beter in mijn schoenen stond en ook wist wat ik kon maken was het erg leerzaam en leuk.
Ik heb een soort voorproefje gekregen van hoe het kan zijn als een klas naar je luistert en je samen met hen kunt les geven in plaats van proberen ze iets bij te brengen waar ze geen zin in hebben.

1.     Reflectie
Wat heb ik geleerd?
Dat ik met een heel verkeerd beeld van het vak docent en het concept kinderen deze school binnenliep en dat mijn idee van lesgeven heel eenvoudig zou zijn.  Zo werkt het dus niet. Alle leraren die ik ontmoet heb hadden ontzettend veel aan hun hoofd. Ze moesten rekening houden met al hun klassen, het huiswerk van al die klassen, de opdrachten, cijfers, absenten, problemen en natuurlijk elk individu en het niveau per kind. Hier komt al het voorbereiden van de lessen en het nakijken van het huiswerk nog bij. Elke dag als ik rond een uur of 4 klaar was en naar huis toe ging bleef mijn stagebegeleidster nog op school om allerlei dingen te regelen en af te maken. Een leraar zijn is een druk beroep en met kinderen omgaan komt daar nog eens bij.
 
Mijn idee van lesgeven was dus een beetje anders dan hoe het er in het echt aan toe gaat. Nu na 9 weken heb ik een veel realistischer beeld op gebouwd over hoe het is om eens aan de andere kant van het bureau te gaan.
In het begin ging het wat stroef omdat ik gewoon niet gewend  ben om ‘de baas’ te zijn over kinderen die maar 5 jaar jonger zijn dan ik. Hoe ik mijzelf opstel in de klas en hoe ik overkom is ontzettend belangrijk als het gaat om de aandacht van kinderen vast weten te houden. Ik dacht dat het moeilijkste zou zijn om een interessante les te geven, maar dat ik ze aan het eind van deze stage zover had om stil naar me te luisteren was al een overwinning die smaakte naar meer.
Ik ben heel erg enthousiast over sommige dingen die we mochten doen: beoordelen, opruimen met de kinderen, ons eigen lesje maken en geven. Dat laatste vond ik hartstikke leuk om te doen omdat dat het meeste leek in echt lesgeven.

Ik heb geleerd dat houding en uitstraling alles is voor een leraar, kinderen zijn als honden. Ze ruiken en voelen alles aan je. Mijn verwachtingen voor deze stage waren ook te hoog gegrepen maar na afloop ben ik hartstikke blij met het resultaat wat ik in mijn eerste 9 weken voor elkaar gekregen heb. Dat ik niet te snel moet gaan werd meteen duidelijk, het  goede van niet meteen doen maar eerst kijken is wel dat je steeds weer wat nieuws ziet of opmerkt aan een klas. Als het even niet gaat heeft het heel veel nut om gewoon even 5 minuten te gaan zitten en de klas alleen maar te observeren. Zo krijg je weer een overzicht en kun je met vernieuwde rust verdergaan.

Ik heb fouten uit mijn houding gehaald, trucjes uitgeprobeerd om mijn zwaktes te overbruggen en meegemaakt hoeveel werk het is om opdrachten te verzinnen en goed te laten uitvoeren. Alles staat nog in het begin stadium maar voor een start heb ik veel van het voor de klas staan meegekregen en een duidelijk idee waar ik aan wil werken de komende stages.

stageplan

wil en kan ik in mijn vak docent worden?
deze vraag moet ik mijzelf voor,tijdens en na mijn stage kunnen stellen

Verwachtingen


Mijn eerste stage gaat waarschijnlijk heel leerzaam zijn, allemaal eerste indrukken,eerste fouten  en heel veel nieuwe informatie omdat dit de eerste keer is dat ik echt voor een volle klas kom te staan (hopelijk) die ik niet ken maar die mij wel moeten beschouwen als hun lerares.
De leerlingen kunnen heel druk zijn, ongeïnteresseerd, vervelend of brutaal en daar moet ik allemaal mee om kunnen gaan.
Ik hoop verder ook  veel te leren over de middelbare school, de manier van lesgeven en de lesstof. Ergens ben ik wel benieuwd of het veel is veranderd sinds ik zelf op de middelbare school heb gezeten.

Ik zal ongetwijfeld veel kunnen leren van mijn stagebegeleidster maar ik wil ook graag mijn eigen manier vinden om dingen te doen. 



maandag 17 oktober 2011

Kinder tekeningen

Evaluatie programmadeel ‘ontwikkeling van de beeldende vermogens van het kind’
Beschrijving  van de invloed van onderwijs op beeldend vermogen van het kind

Onderwijs speelt eigenlijk vanaf dat het kind 4 wordt mee in het leven. De beeldende vermogens ontwikkelen zich vooral door oefening maar ook door stimulatie van buitenaf. Door te oefenen en na te bootsen leert een kind zitten, spreken, handelingen verrichten en natuurlijk ook tekenen.
Het onderwijs per school in de beeldende vakken verschilt natuurlijk per school, dus sommige kinderen worden veel meer blootgesteld aan mogelijkheden om hun beeldende vermogens te ontwikkelen. Sommige dingen leer je alleen niet door te kijken, dit gaat vooral over technische elementen zoals perspectief en een kubus met diepte tekenen.  Kinderen leren dan een soort trucjes om deze dingen te kunnen tekenen. Scholen zijn er niet om de beeldende vermogens van kinderen te sturen maar vooral te om ze te begeleiden en te onderwijzen.
 Kinderen houden van knutselen, tekenen en bezig zijn met hun handen. In het begin van het onderwijs wordt dit vooral gebruikt om de kinderen te stimuleren, ze dingen te leren en ze bezig te houden. De basis wordt gelegd door het kind kennis te laten maken met materialen en technieken die hij/zij thuis misschien niet tot zijn/haar beschikking hebben. Ook worden door diverse opdrachten dingen zoals kleur en vorm tastbaarder gemaakt door veel thema’s te gebruiken (sinterklaas,Pasen). Later wordt het leren steeds belangrijker en worden beeldende kunsten gebruikt als pauze tussen het kennis vergaren.
 Zonder de aandacht voor beeldende opdrachten in het onderwijs zouden veel kinderen de basisontwikkeling in de beeldende vermogens missen. Het nadeel van de invloed van het onderwijs is dat naturalisme en realisme gestimuleerd wordt. Het vrije denken wat veel kinderen van nature hebben als ze jong zijn wordt er helemaal uitgeramd. Als je een kleuter zegt te gaan tekenen krijg je ontzettend veel verschillende soorten tekeningen, waar hij/zij maar aan denkt. Vraag je dit aan een oudere leerling dan krijg je de vraag ‘wat moet ik tekenen dan?’ . Het lijkt wel of hun fantasie en zelfvertrouwen namate ze meer theorie leren steeds minder word. Alles moet opeens kloppen volgens die regels die ze zijn aangeleerd en die ze blijven gebruiken tot ze volwassen zijn.


 Vergelijking kunst en kindertekeningen
Het grappige aan kindertekeningen is dat de ontwikkeling van krabbels naar meer naturalistisch tekenen gaat. Dit gebeurd ook in de tijdlijn van de kunst.
We beginnen in de Prehistorie waar de beeldende vormen die opgegraven zijn nog erg simpel en hoekig zijn. Het zijn soms meer krabbels dan echte tekeningen.  Deze krabbels en manieren van tekenen lijken er op de koppotige die kinderen in de leeftijd van 1-4 tekenen.
Na de Prehistorie gaat de beeldende vormgeving zich steeds verder ontwikkelen.  Schilders proberen ook zo goed mogelijk na te schilderen wat ze zien en door te oefenen en technieken van hun voorouders te gebruiken lukt dit steeds beter. Langzaam aan worden de schilderijen steeds naturalistischer, er komt perspectief bij en diepte .
Zoals er in de kunst stromen zijn die abstracter zijn en hun eigen kenmerken hebben gebeurd dit ook met kindertekeningen. Het kind ontwikkeld zijn beeldend vermogen door te oefenen en te leren en kan zo steeds naturalistischer tekenen. Beheerst het kind deze basis dan kan het altijd besluiten of hij/zij deze kennis aan de kant gooit om juist weer terug te vallen naar abstractie of karikaturistischer. Wat we nu zien in deze tijd is dat de grote meesters van vroeger heel erg bedreven waren in het realisme maar dat wij nu eigenlijk die regels laten varen en weer terug gaan naar het regelloze tekenen.  
 

Kinderen houden van tekenen, ze vinden het leuk omdat ze er complimentjes over krijgen van volwassene maar ook omdat ze bezig zijn zelf iets te creëren, hun eigen wereld.
Het is net als een handtekening een unieke stijl per kind, ook al zitten kinderen naast elkaar en maken ze hetzelfde toch zal de een het net iets anders doen dan de ander.
Kindertekeningen zijn heel beïnvloedbaar door volwassenen, leraren, verhalen of de televisie. Kinderen gebruiken alles om na te tekenen en maken zo een mengeling van fantasie, realiteit en nabootsing.
  Ik vind het fascinerend om nu naar kindertekeningen te kijken en te zien hoe ver de kinderen zijn met hun beeldende ontwikkeling. Het is eigenlijk zo vreemd dat elk kind op een bepaald moment, vroeger of later begint met een vastliggende reeks aan kenmerken voor de beeldende ontwikkeling. Ze maken allemaal op een bepaalde leeftijd auto’s,bloemen en natuurlijk de koppotige. 

Tijdens mijn zoektocht naar kindertekenen kwam ik bij een jongetje waarvan de moeder is terug gegaan naar India. Zijn vader vertelde me dat hij in die periode opeens weken lang getekend heeft. Dat vond ik erg aansprekend en mooi om te horen. Er is ontzettend veel uit een kindertekening af te leiden; angst, dromen, gevoelens het zijn eigenlijk pagina’s uit de boeken die in het hoofd van de kinderen zitten en waar volwassenen niet bij kun
nen.

Ik snap dat volwassenen graag kindertekeningen gebruiken om erachter te komen of er iets mis is met hun kinderen (achterstand, nare gebeurtenis) het is een manier van communiceren over dingen waartoe in kind nog niet in staat is ze uit te leggen of mee te delen.

Kinderkunst is eigenlijk de bron van alle kunst. We zijn allemaal op die manier begonnen en hebben ons verder ontwikkeld.  De kunst van de Prehistorie tot aan de Barok alles is begonnen met dezelfde eenvoud en fantasie.

 Conclusie op de opdracht:

Kinderen houden van tekenen, ze vinden het leuk omdat ze er complimentjes over krijgen van volwassene maar ook omdat ze bezig zijn zelf iets te creëren, hun eigen wereld.
Het is net als een handtekening een unieke stijl per kind, ook al zitten kinderen naast elkaar en maken ze hetzelfde toch zal de een het net iets anders doen dan de ander.
Kindertekeningen zijn heel beïnvloedbaar door volwassenen, leraren, verhalen of de televisie. Kinderen gebruiken alles om na te tekenen en maken zo een mengeling van fantasie, realiteit en nabootsing.
  Ik vind het fascinerend om nu naar kindertekeningen te kijken en te zien hoe ver de kinderen zijn met hun beeldende ontwikkeling. Het is eigenlijk zo vreemd dat elk kind op een bepaald moment, vroeger of later begint met een vastliggende reeks aan kenmerken voor de beeldende ontwikkeling. Ze maken allemaal op een bepaalde leeftijd auto’s,bloemen en natuurlijk de koppotige. 

Tijdens mijn zoektocht naar kindertekenen kwam ik bij een jongetje waarvan de moeder is terug gegaan naar India. Zijn vader vertelde me dat hij in die periode opeens weken lang getekend heeft. Dat vond ik erg aansprekend en mooi om te horen. Er is ontzettend veel uit een kindertekening af te leiden; angst, dromen, gevoelens het zijn eigenlijk pagina’s uit de boeken die in het hoofd van de kinderen zitten en waar volwassenen niet bij kun
nen.

Ik snap dat volwassenen graag kindertekeningen gebruiken om erachter te komen of er iets mis is met hun kinderen (achterstand, nare gebeurtenis) het is een manier van communiceren over dingen waartoe in kind nog niet in staat is ze uit te leggen of mee te delen.

Kinderkunst is eigenlijk de bron van alle kunst. We zijn allemaal op die manier begonnen en hebben ons verder ontwikkeld.  De kunst van de Prehistorie tot aan de Barok alles is begonnen met dezelfde eenvoud en fantasie.


woensdag 15 september 2010

Mijn verwachtingen voor het docentschap 11-09-10

Waar sta ik nu?. Op dit moment, in mijn 2e week van mijn nieuwe opleiding die mij moet klaarstomen als creatief persoon met een lerarenbevoegdheid heb ik nog heel weinig ervaring met het echte lesgeven. Ik heb in het verleden wel eens kinderen vermaakt met spelletjes en opdrachtjes maar ze echt een vak leren gaat een nieuwe ervaring en uitdaging worden. Ik zie mijzelf nu nog alleen maar tegenover de leraar zitten en heb ik nog steeds de houding van een leerling. De leerling wordt onderwezen door de docent in het vak van de docent. Dat is iets wat ik nu weer zoals al vele jaren meemaak. Men leert mij iets. Het grote verschil is alleen dat ik niet langer de rol heb van leerling maar binnenkort zelf de docent moet zijn. Ik verwacht dat het een nieuw perspectief voor mij zal openen, de andere kant van het bureau zal laten zien en ontdekken. Wat voor leraar wil ik gaan worden, hoe wil ik de klas laten werken en wat voor dingen ga ik ze leren? Allemaal vragen die ik heel graag wil gaan beantwoorden deze jaren.Het weten waar je het over hebt is alleen maar de theorie van het vak. Ik hoop vooral te leren kijken in het hoofd van de toekomstige leerling en hen op een creatieve manier te helpen met hun weg naar de toekomst. Niet alleen de theorie en de praktijk van het vak, maar ook vooral het omgaan met mensen. Het bedenken van leuke opdrachten, zien waar ieder individu mee aankomt lijkt me heel inspirerend, leuk om te doen en mee te maken. Jezelf zo opstellen dat er voor jou en voor je leerling een prettige werkomgeving ontstaat. Mijn andere doel is om zelf zoveel mogelijk te leren en te begrijpen zodat ik niet alleen anderen kan inspireren maar zelf ook steeds gemotiveerd blijf om creatief te zijn en mezelf te blijven ontwikkelen.